Ze zijn hier in Almere ook niet veel gewend! Daar stond ik dan met mijn Hema-tasje naast het fietspad, dat iets drukker was dan ik eerst vermoedde, al hardop tellend, paardebloemen te plukken. Ik had mijn bakfiets weliswaar op een beschut plekje gezet, maar was afgedwaald en werd opeens aangestaard door meerdere voorbijgangers. Ik was zelf ook blij toen ik mijn 100e bloem plukte en weer huiswaarts kon.
De
paardebloemenjam is een populair recept op dit blog en dat had ik nooit
verwacht. Het leek mij een buitenbeentje, maar het is één van de populairste
recepten. Je proeft er de citroen in terug, maar er zit ook een
duidelijke honingsmaak aan van de bloemen en het is zeker iets anders dan je
normaliter in de supermarkt zou kopen. Dus ik vroeg me af wat je nog meer met het
gele paardebloemenextract kan doen. Na wat experimenteren kwam ik uit op een
stroop, die bijvoorbeeld kan worden gebruikt als appelstroop op brood. Zo eet
ik het nu tenminste.
Volgens
het mooie adagium “eerst zien, dan geloven’ maakte ik een vrij kleine hoeveelheid,
maar je houdt er zo’n twee jampotten aan over, dus dat is een aardige
hoeveelheid om eens mee te beginnen.
Paardebloemstroop
100
paardebloemen
500
ml water
1
halve citroen, in plakken, inclusief schil
500
gr suiker
Was de bloemen niet, want dan was je ook de smaak weg. Snijd wel de groene kontjes eraf. Met een mes schuif je waarschijnlijk vrij makkelijk de gele bloemen uit het groene blad. Of pak het gele en groene gedeelte vast en trek ze van elkaar. Gooi het groen weg en doe alle gele delen in een pan.
Giet er een halve liter water bij en voeg de citroenplakjes toe en breng dit aan de kook. Laat het met een deksel op de pan een kwartier zachtjes doorkoken. Zet de pan daarna een nacht weg.
De volgende dag wordt de nu gele vloeistof gezeefd door een kaasdoek of een theedoek (zonder wasverzachterluchtjes) en dit wordt teruggedaan in een pan. Voeg de suiker toe. Breng dit aan de kook en laat dit rustig doorkoken om wat in te koken. Je kan het nu inkoken tot een schenkbare stroop of een zeer stevige stroop, maar dan wordt het wel vrij taai spul. Het moet de consistentie van hete honing hebben en je hebt er waarschijnlijk twintig tot dertig minuten voor nodig. Het zal dus nog vrij dun zijn, maar het wordt steviger tijdens het afkoelen. Ik gebruikte een suikerthermometer en liet alles doorkoken tot zo’n 120 graden. 130 graden levert een zeer compacte stroop op, die ik later weer heb verhit en verdunt met water. Dat ging prima overigens. En mocht de stroop na het afkoelen niet dik genoeg zijn, dan kan je hem natuurlijk ook weer verhitten en verder inkoken.