Per ongeluk kwam ik ooit vlak voor de kerst in een zeer chic restaurant terecht. Zo eentje waar ze ogenschijnlijk meer tijd besteden aan de opmaak dan aan het eten zelf, waar je na de 4 gangen nog honger hebt, omdat het om de smaakbeleving moet gaan in plaats van om gewoon lekker eten. Het zag er best leuk uit hoor dat flintertje heilbot naast die 4 kunstig opgeplakte kikkererwten die samen het tussengerecht moesten voorstellen, maar elke gang was ronduit een teleurstelling. Vooraf hadden we het vaste menu ingezien en de omschrijvingen leken duidelijk. Maar als het op tafel kwam, leek niets in de verste verte op wat ik had verwacht. Zo was het dessert een tiramisu. Nu ja, daar valt weinig aan te fröbelen, dacht ik. Maar geserveerd werd een tweetal stevige kogeltjes, terwijl ik mij verheugde op een vierkant stuk waar de mascarpone aan de zijkant een beetje van wegdroop. Ik verwachtte dat ze in een dergelijk restaurant wel met de beste tiramisu aller tijden zouden aankomen, maar echt, dat kon ik thuis beter.
Als comfort food iets is, dat is het naast huiselijk vooral herkenbaar. Je verwacht soep in een kom en dat is het dan ook. Met knoflookbrood ernaast. En niet een of ander brouwsel in een flute met cappuccinoschuim erop, met een garnaal als versiering aan de rand gehangen.
Iets dat haast niet valt te verpesten met creativiteit is een crumble; een zachte fruitlaag met een kruimeldeeg erop. Het is de redder in nood, want je maakt het in 10 minuten (+ oventijd), iedereen vindt het lekker en met wat variaties op de standaardversie ziet het eruit alsof je er nog best wat tijd hebt inzitten. Hieronder volgt eerst de gewone applecrumble, maar kijk vooral even bij de tips voor aanpassingen.
Apple Crumble
Voor een schaal van 27 cm, daar voed je als nagerecht makkelijk 6 personen mee
Voor het kruimeldeeg:
225 gr bloem
120 gr suiker
Snuf zout
135 gr roomboter
Voor het fruit:
4 of 5 appels, geschild en in stukjes, ik gebruik vaak stevige appels, zodat je zachte stukjes appels krijgt, ipv meer een moes.
Flinke hand rozijnen, geweekt in wat sinaasappelsap, of liever in armagnac, rum, of iets dergelijks
Suiker naar smaak. Ik strooi er ongeveer 3 eetlepels over.
Voor het deeg voeg je alles samen en met 2 messen snijd je de boter in stukjes. Als alles ter grootte van erwten is, kneed je het verder met de vingers totdat het gemengd en kruimelig is.
Voor de fruitlaag voeg je alles samen in een schaal (beboteren niet nodig) en je dekt alles af met de kruimels. Niet te veel van snoepen ondertussen.
Dit gaat 30 minuten in een oven van 225 graden, of net zolang totdat het mooi bruin is.
VARIATIE:
In plaats van appel kan je elk soort fruit gebruiken, maar persoonlijk vind ik zacht fruit minder geschikt, omdat het zo zompig wordt. Alleen aardbeien of kruisbessen zou ik daarom niet doen. Maar een combinatie werkt erg goed. Appels met bosbessen of appel met aardbeien is heerlijk. Rabarber is natuurlijk een klassieker. Hieraan voeg je eventueel wat stemgember aan toe.
Nog niet geprobeerd, maar kersen met een chocoladekruimellaag (met cacao) klinkt wel erg goed.
Aan de appels kan je van alles toevoegen: kaneel of kardemom, of speculaaskruiden.
Aan het deeg kan je gemalen amandelen toevoegen (ev wat bloem vervangen voor amandelmeel, want dit deeg is al best droog) en over de appels kan je stukjes amandelspijs verdelen.
Erbij serveer je klassiek een Sauce Anglaise (zeg maar dunne vanillevla, mij maak je er niet blij mee, het hoeft allemaal niet zo weeïg en zoet), of lobbige slagroom, maar een mooie quenelle van mascarpone, vermengd wat een scheutje gembersiroop en fijngesneden stemgember is ook erg lekker. Of mascarpone met kaneel…
Hele volksstammen prefereren een bolletje ijs erbij, maar dan wel zelfgemaakt vanille-ijs. Persoonlijk moet ik niet denken aan zo’n hap suiker van bijvoorbeeld Hertog.
Oordeel van de kleine chef: ben je gek, er zit fruit in!
Oordeel van de kleine chef: ben je gek, er zit fruit in!